Je kind zal waarschijnlijk interesse tonen in andere bijzondere volwassenen. Je bent natuurlijk nog steeds zijn nummer één, maar andere volwassenen die speciaal voor hem zijn, maken zijn wereld interessant, speciaal en leuk. Moedig je kind aan om sterke relaties te ontwikkelen met zijn grootouders, ooms en tantes, vrienden en andere bijzondere volwassenen. Je kind heeft deze speciale relaties nodig en ze hebben allemaal iets anders wat ze aan je kind kunnen leren.
Je kind kan zijn eigen, volledige naam nu waarschijnlijk goed uitspreken. Zijn taalvaardigheid is zich snel aan het ontwikkelen en je kind leert elke maand ongeveer vijftig nieuwe woorden. Je kind kan zinnen van vier tot vijf woorden maken. In plaats van in de derde persoon te spreken, kan je kind nu `ik` zeggen in plaats van zijn naam, wanneer hij over zichzelf praat.
Heb je gemerkt dat je kleintje kleine leugentjes begint te vertellen? Je kind begint het verschil te leren tussen fantasie en werkelijkheid. Dit zal soms over kunnen komen als liegen. Je kind realiseert zich echter niet dat hij liegt en zal regelmatig dingen verzinnen die niet kloppen. Hij heeft je nodig om hem te leren wat goed of slecht is. Wanneer je kind je iets vertelt wat niet waar is, zorg er dan voor dat hij begrijpt dat hij een verhaal op aan het hangen is. Vertel hem dat je het niet leuk vindt wanneer hij dingen zegt die niet waar zijn en voorkom dat je hem een leugenaar noemt.
Je kind heeft waarschijnlijk een ontwikkelingsbeoordeling gehad om vast te stellen hoe ver hij is in zijn ontwikkeling. Deze onderzoeken vergelijken het ontwikkelingsniveau van je kind met andere kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd en bekwaamheid. Al is elk kind anders, toch leren en ontwikkelen kinderen nieuwe vaardigheden op ongeveer dezelfde leeftijd. Deze onderzoeken maken het je en je dokter mogelijk om problemen in een vroeg stadium te herkennen zodat er meteen aan gewerkt kan worden. De grove en fijne motoriek zullen worden beoordeeld, net als zelfredzaamheid en de sociale, emotionele, cognitieve en taalontwikkeling.
Zelfs jonge kinderen kunnen je beginnen te helpen in het huishouden. Geef je kind verantwoordelijkheden en eenvoudige taken die hij helemaal zelf kan uitvoeren. Je kind kan zelf zijn speelgoed opruimen, vuile kleren in de wasmand doen, kleren uit de droger halen, onbreekbare boodschappen uitpakken en wegzetten, stoffen, de tafel dekken en zijn bed opmaken. Laat je kind je helpen om de witte en gekleurde was te sorteren. Je kan je kind je ook laten helpen met eenvoudige handelingen m.b.t. de maaltijdbereiding en tuinieren.